Gebruik maken van Thinglink - les 6
- ireneoostveen
- 29 apr 2016
- 3 minuten om te lezen
Na een lange tussenpauze van een paar maanden, kon ons BV-avontuur weer verder gaan. Vandaag gingen we het hebben over 'beeldbeschouwen'. Dit beeld beschouwen deden wij door middel van de leerlingfasen van Parson. Deze fasen geven namelijk de ontwikkeling aan in hoe mensen beelden beschouwen. Er zijn 5 fasen te onderscheiden. De Fasen kun je niet overslaan. De manier van beschouwen veranderd van egocentrisch naar een maatschappelijk bepaald oordeel en dan naar een universeel standpunt. Niet iedereen komt tot in de laatste fase. Door onderwijs kun je in een volgende fase komen. Dit zijn de 5 fasen: stadium 1 associatie ( vertellen wat je ziet) stadium 2 voorstelling (beeld moet iets voorstellen) stadium 3 expressie ( beeld kan emoties opwekken) stadium 4 leerbaar ( beeld heeft een sociale functie) en stadium 5 eigen mening ( beseffen dat beeld kijker kan beĆÆnvloeden). Fase 2 is echter te onderscheiden in fase 2a en fase 2b. Hieronder een iets bredere uitleg van de fasen:
fase 1: In deze fase ben je vooral erg geĆÆnteresseerd in beelden die je herkend uit je eigen leven.
fase 2a: In deze fase kun je je aandacht langer bij een beeld houden en kun je de hoofdkenmerken ervan benoemen. Je herkent de vormen en kunt deze benoemen. In deze fase kun je abstracte kunst nog goed waarderen zolang je er maar iets in kunt herkennen.
fase 2b: In deze fase ga je ook kijken naar de details in een beeld. kinderen kunnen benoemen wat iemand doet, water mis of juist goed gaat en waarom iemand iets zou doen op een beeld. Je kunt verbanden leggen en de aandacht blijft langer. In deze fase wil je dat beelden zo natuurgetrouw mogelijk zijn. Kinderen gaan er in deze fase vanuit dat iedereen dezelfde beleving heeft als zij hebben.
fase 3: Je accepteert dat een beeld niet volledig natuurgetrouw is. Je kunt vertellen wat voor gevoel een beeld oproept en je kunt je inleven in het onderwerp van het beeld. Je begrijpt dat de maker een gevoel en een expressie in het beeld gelegd heeft. Je accepteert dat realisme in een beeld kan wijken ten behoeve van de expressie. Je begrijpt dat niet iedereen dezelfde mening deelt.
fase 4: In deze fase ben je gericht op de formele kwaliteit en de stijl van het beeld. Je bent je bewust dat de betekenis besloten ligt in het medium zelf en je doet er onderzoek naar. Je kunt een esthetische ervaring beleven door de vorm van het beeld en die delen met anderen.
fase 5: Je beseft je in deze fase dat de betekenis van een beeld afhangt van de context vanuit de maker en beschouwer. Het esthetische oordeel van een beeld krijgt nu een sociaal, intellectueel en moreel karakter.
Tijdens de les liet Guido een schilderij zien van Ivan Albright getiteld 'in de wereld kwam er een ziel genaamd Ida' (1929). Hier moesten we individueel 5 vragen over beantwoorden. Door het beantwoorden van de vragen konden wij er zelf achter komen in welke fase van Parson wijzelf zaten. We moesten van het schilderij een indruk geven door te kijken naar voorstelling, vormgeving, thema en brede context. We moesten ook kijken of we ons konden inleven in het schilderij. Daarna hebben we de antwoorden klassikaal besproken.

Als opdracht in de les moesten we in tweetallen een filmposter moesten zoeken. Via de app 'ThingLink' hebben we tags aangebracht op de filmposter met verschillende vragen erbij. We maakten hierbij gebruik van vijf verschillende soorten vragen:
- startvragen: Leidt tot betrokkenheid bij thema en activeren van voorkennis. Stel geen vragen als: 'Wat zie je?' of: 'Wat valt je op?' Deze vragen zijn te breed.
- onderzoeksvragen: Beschrijven van de voorstelling door het benoemen van de de titel, het beeld en dergelijke.
- analyse vragen: Leidt tot conclusies op grond van waarneming en kennis van een beeld. Wat betekend alles? Bespreek het onderzochte.
- speculatieve vragen: Hierbij ga je speculeren over dingen die je niet zeker weet. Je bedenkt waarom iemand in een beeld een bepaalde handeling verricht of hoe iets gaat aflopen.
- oordelende of concluderende vragen: Bij deze vragen vorm je een oordeel of een conclusie over het beeld.
Omdat er een oneven aantal in de klas is, heb ik deze opdracht samen met Bart en Dide gemaakt. Voor de opdracht hebben wij een poster genomen van de film Turbo. Wij hebben gekozen voor deze poster, omdat er veel in gebeurt en je er veel vragen bij kon stellen.

Hier is de link naar onze poster: https://www.thinglink.com/scene/782552386173403138
Commenti