top of page

Maak je eigen racemonster - les 2

  • ireneoostveen
  • 25 sep 2015
  • 3 minuten om te lezen

We begonnen de les met een quiz over de drie werkprocessen die je bij beeldende vorming hanteerd. Dit zijn experimenteren, ontwerpen en ambachtelijk. In de experimenterende fase, zoals het woord als zegt, experimenteer je. Dit houdt in dat je vooraf niet weet wat je eindproduct gaat worden. Er wordt gezocht naar een oplossing met de middelen die op dat moment aanwezig zijn. Hierdoor kan direct begonnen worden met creëren, omdat je nog geen plan hebt waar je naar toe wilt werken. In de ontwerpende fase zoek je naar een oplossing voor een beeldend probleem. Door schetsen en keuzes te maken kan de vormgeving van een product worden onderzocht.Er wordt gekeken naar de inhoud van het product, de nodige techniek en de beleving van de doelgroep. Ambachtelijke vaardigheden zijn ondergeschikt aan het ontwerpproces. Bij een ambachtelijk werkproces gaat het om de aandacht en waardering voor de techniek en staan de fijne motoriek, kennis en vaardigheden van de maker voorop. Dit kan je makkelijk terugzien in een schoolwerkje. Je let hier dan op voornamelijk op de techniek, hoe iets is gemaakt en hoe het is afgewerkt. Vervolgens hebben we nog even de procesfasen (receptief, productief en reflectief) herhaald. Deze procesfasen kwamen ook terug in de opbouw van onze eigen les.

De receptieve fase: Eerst werden we ingeleid in het onderwerp. We kregen een filmpje van een liedje te zien, die compleet samengesteld was met geluiden van autocrashes. Dit bespraken we en vervolgens kregen we uitleg over hoe auto's eruit zien, wat dynamiek is, hoe je iets monsterlijk maakt en wat assemblage precies is. Assemblage is losse ruimtelijke vormen samenvoegen tot één geheel. Tijdens de uitleg hiervan kregen we telkens voorbeelden te zien.

De productieve fase: In de productieve fase kregen we te horen wat nou precies de opdracht was en werd er uitgelegd hoe de gereedschappen werkten. Het was de bedoeling dat we een racemonster gingen maken van kosteloos materiaal. We kregen ook een hele waslijst met criteria waar we ons aan moesten houden:

- Maak een ruimtelijk voertuig (moet 3D zijn). - Zorg dat het voertuig een griezelige, monsterlijke uitstraling heeft.

- Het voertuig moet er snel uitzien.

- Het voertuig moet losse onderdelen bevatten. De onderdelen moet op zichzelf kunnen bewegen. - Er moeten 3 assemblagetechnieken in zitten.

Het was met name heel belangrijk in deze les om te experimenteren. We hadden namelijk al kosteloos materiaal. De middelen waren op dat moment dus al aanwezig en we wisten niet precies hoe ons eindproduct eruit zou gaan zien. We zijn dus direct aan de slag gegaan met de middelen die we hadden. De vraag die centraal stond bij het experimenteren was: Wat kan ik allemaal met het materiaal? Om aan alle criteria te voldoen moet je kijken naar de kleur, de vorm en de textuur van de materialen die je op dat moment hebt.

We gingen als een malle aan de slag. We lieten ons inspireren door de monstertrucs waar shows mee worden gegeven. Deze trucs hebben vaak grote wielen. We gebruikten achter grote wielen en voor wat kleinere wielen, deze wielen kunnen los van elkaar bewegen. We gebruikten een flesje met een bekertje erin, als romp. Dit gaf een soort kegelvorm. Door de punt van de kegel voor te doen kreeg je een snelle vorm in het voertuig. We hadden die dag pizzabroodjes gehaald en de bakjes van de pizzabroodjes hadden een perfecte structuur en kleur om er vleugels en een soort tentakels/voelsprieten van te maken. Door de vleugels en gekke uitstekels lijkt het voertuig snel en krijgt het een monsterlijk uiterlijk. Ook hebben we evil-eyes gemaakt om hem wat bozer te laten kijken. Tot slot hebben we verschillende assemblagetechnieken gebruikt: lijm (lijmpistool), splitpennen, satéprikkers met piepschuim om alles op zn plek te houden (als een soort bout en moer) en tot slot wat nietjes.

De reflectieve fase: Als ik het zo bekijk, denk ik dat wij ons goed aan de criteria hebben gehouden en dat wij het onderdeel dan ook wel met een voldoende afsluiten. Als ik mezelf volgens de beoordelingsmatrix moet beoordelen zou ik de punten zo verdelen: Ruimtelijk voortuig: overtuigend - 2 Snelle vorm: overtuigend - 2 Losse beweegbare onderdelen: twijfel - 1

Monsterlijke uitstraling: twijfel -1

3 assemblagetechnieken: overtuigend - 2 Wij zouden dan rond de 8 hebben voor ons racemonster.

Ik vond het een leuke en uitdagende opdracht. Het was vooral uitdagend doordat je je aan veel criteria moest houden. Verder zorgde de tijdsdruk voor veel stress. Het voertuig moest namelijk echt deze les af. Ik zou dit zeker ook met mijn stageklas willen doen. Het is leuk om de kinderen zo de ruimte te geven om hun creativiteit ziijn gang te laten gaan.

Het eindresultaat:


 
 
 

Comments


© 2014/2015 by Irene Oostveen. Proudly created with Wix.com

bottom of page