Podcast - les 4

We begonnen deze les ook met een quiz. Dit keer over 3 perioden in de beeldcultuur: de klassieke periode, de moderne periode en de postmoderne periode. Je beschouwt beelden namelijk op verschillende manieren, afhankelijk van de periode waarnaar je kijkt in de beeldcultuur. Zo kijk je heel anders naar een klassiek schilderij dan naar een schilderij van van Gogh. Beelden zijn een afspiegeling van de maatschappij en ontwikkelingen in de maatschappij. Dus in elke periode zijn de beelden vanuit een andere context gemaakt. Vandaar dat het van belang is om dingen te weten over deze 3 perioden.

De klassieke periode duurde tot ongeveer 1860. De beelden die toen gemaakt werden, kwamen vooral tot stand vanuit de rijken en vanuit de kerk. De werkelijkheid werd zo natuurgetrouw mogelijk weergegeven. Detail was erg van belang en was er veel symboliek aanwezig. De monderne periode loop tot ongeveer 1960. Hier werd vooral gekeken vanuit de burgerbevolking. De visie en het gevoel van de kunstenaar op de maatschappij was vaak het uitgangspunt. Vaak hadden zij een idealistische visie. Er wordt niet natuurgetrouw geschilderd. Na 1960 komt vooral de massacultuur opzetten. Mensen gaan dan anders over de wereld denken. Deze periode heet de postmoderne periode. Kunst wordt gemaakt vanuit de gedachte aan de consument. De consument kan nu ook deel worden van het kunstwerk. De inhoud komt vanuit de maker en de consument, zijn/haar mening over het schilderij is de inhoud. Beelden worden sterk uitvergroot en overdreven. Vermenging van beelden is erg gebruikelijk. Men maakt gebruik van sampling. Wij leven nu in deze periode. Deze perioden hangen natuurlijk wel met elkaar samen. De beelden die nu worden gemaakt zijn vaak reacties op de beelden van vroeger.

Na de quiz deden we een soort van spel. We kregen per groep allerlei beelden uit de 3 perioden. Wij moesten de beelden die niet bij onze periode hoorden 'verkopen' aan de andere groep door middel van een overtuigend praatje waarom dat beeld wel bij hen hoorde. Hierdoor leerde je de perioden nog eens extra goed te onderscheiden. Mijn groep had de postmoderne periode en dit waren onze bijbehorende beelden:

De rest van de les was het de bedoeling dat we in een tweetal een podcast gingen maken over een klassiek beeld. In de podcast vertel je de titel, vertel je wat over de kunstenaar, vertel je het jaar waarin het beeld gemaakt is, benoem je de belangrijkste punten in het schilderij en leg je de symboliek uit.

Wij hebben gekozen voor het schilderij van David Bailly genaamd 'Self-portrait with Vanitas symbols'. Hieronder zie je onze podcast:

Ik vond het maken van een podcast echt enorm grappig. Vooral het inspreken was hilarisch en moest meerdere malen over gedaan worden. Ook vind ik dit een zeer geschikte opdracht om te doen met de bovenbouw. Ze kunnen hier enorm veel van leren. Hoe het is om een podcast te maken, maar ze leren ook veel over het gebruik van internet en de betekenis van schilderijen in de klassieke periode.